De Vitale Ruimte



Door steeds weer op onderzoek uit te gaan en ervaringen op te doen, ontwikkelt iedereen voor zichzelf een ruimte, waarin hij functioneren kan. De ontwikkeling leidt tot zowel het innemen van een reële ruimte, als tot het vormen van een psychische ruimte. Vanuit de ethologie is een model bekend van de indeling van reële ruimte, die ieder individu nodig heeft. Deze indeling staat weergegeven in het Territorialiteitsmodel, zoals dit voor mensen geldt.


De beschrijving van deze 7 zones is tamelijk minutieus. Ze kunnen samengevoegd worden tot 4 groepen:


A. Kern
B. Persoonlijke Afstand
C. Sociale Omgeving
D. Zwerfgebied


Als je goed kijkt naar deze 4 groepen, dan valt op, dat zij zowel een indeling vormen van de reële ruimte, als van toepassing kunnen zijn op de ontwikkeling van psychische ruimte. Bovendien is te zien, dat de beschrijvingen van veiligheid, vertrouwen en zekerheid erop van toepassing zijn:


A. In de Kern vind je rust, daar is zekerheid gegroeid, die zelfvertrouwen voedt;
B. Ontspanning vind je bij (zelf)vertrouwen binnen de Persoonlijke Afstand;
C. Veiligheid vind je in je Sociale omgeving.
D. Het Zwerfgebied biedt de mogelijkheid om te exploreren en vormt de ruimte voor expansie.


Vanuit de Kern kun je opnieuw naar buiten treden, de wereld tegemoet. Deze Kern noem ik: iemands vitaliteit. Deze vitaliteit is de bron, waaruit het zelfvertrouwen put. De ruimte, die iemand op basis van zijn zelfvertrouwen inneemt, dus de Kern en de Persoonlijke Afstand, noem ik: de Vitale Ruimte.
Hoe groot iemands Vitale Ruimte maximaal is, hangt af van de individuele psychische mogelijkheden. Om een zo groot mogelijke Vitale Ruimte te ontwikkelen moeten de omstandigheden optimaal zijn.
Zijn de omstandigheden niet optimaal, dan kan iemands Vitale Ruimte niet de maximale grootte bereiken, of vertraagd. Ik heb eerder beschreven dat niet optimale omstandigheden demotiverend en blokkerend werken.
Iemand met een grote Vitale Ruimte is een toonbeeld van rust en treedt vol zelfvertrouwen de wereld tegemoet. Door een bijpassend groot gevoel van veiligheid, kan hij veel verschillende nieuwe situaties aan. Hij neemt veel ruimte voor zich in. Maar hij kan die ruimte ook met anderen delen.
Iemand met een kleine Vitale Ruimte heeft een gering zelfvertrouwen en een groot gevoel van onveiligheid. Daardoor wordt hij snel "op zijn ziel" gezeten. Als reactie daarop neemt hij een zo groot mogelijke afstand tot nieuwe situaties in acht. Hij heeft veel meer ruimte nodig, zonder dat hij die kan innemen, laat staan met anderen delen. Dit leidt tot problemen.

"Ruimte is een schaars goed en is derhalve altijd bezet." C.W.

Vorige  Volgende

.